Bij hoogbegaafdheid wordt vaak als eerste gedacht aan kinderen met een hoog IQ die goed kunnen leren. Maar waar komt het begrip IQ eigenlijk vandaan en waarom lopen hoogbegaafde kinderen in de praktijk toch vaak tegen problemen aan op school? De Vlaamse wetenschapster Tessa Kieboom maakt een onderscheid tussen het cognitieve luik van hoogbegaafde kinderen en hun zijnsluik. Wanneer we door het cognitieve luik kijken, zien we vooral de bijzondere capaciteiten van hoogbegaafde kinderen. Wanneer we door het zijnsluik kijken vragen we ons af hoe hoogbegaafde kinderen de wereld ervaren. Kieboom stelt dat deze kinderen vier persoonskenmerken hebben die onderscheiden zijn van hun cognitieve vermogens: perfectionisme, een grote gevoeligheid, een sterk rechtvaardigheidsgevoel en een kritische instelling.
In dit essay over het karakter van hoogbegaafde kinderen schets ik eerst de geschiedenis van het onderzoek naar hoogbegaafdheid en het ontstaan van het intelligentiequotiënt. Vervolgens bespreek ik het triadisch model van Joseph Renzulli. In dit model worden naast bovengemiddeld vermogen ook taaktoewijding en creativiteit genoemd als noodzakelijke voorwaarden voor het tot uiting komen van hoogbegaafd gedrag. Ten slotte kijk ik naar de de manier waarop het zijnsluik van Tessa Kieboom op dit model voortbouwt.
Lees het volledige essay hier.
Sebastiaan den Uijl
Filosofische Praktijk Horizon