Het karakter van hoogbegaafde kinderen

Bij hoogbegaafdheid wordt vaak als eerste gedacht aan kinderen met een hoog IQ die goed kunnen leren. Maar waar komt het begrip IQ eigenlijk vandaan en waarom lopen hoogbegaafde kinderen in de praktijk toch vaak tegen problemen aan op school? De Vlaamse wetenschapster Tessa Kieboom maakt een onderscheid tussen het cognitieve luik van hoogbegaafde kinderen en hun zijnsluik. Wanneer we door het cognitieve luik kijken, zien we vooral de bijzondere capaciteiten van hoogbegaafde kinderen. Wanneer we door het zijnsluik kijken vragen we ons af hoe hoogbegaafde kinderen de wereld ervaren. Kieboom stelt dat deze kinderen vier persoonskenmerken hebben die onderscheiden zijn van hun cognitieve vermogens: perfectionisme, een grote gevoeligheid, een sterk rechtvaardigheidsgevoel en een kritische instelling.

In dit essay over het karakter van hoogbegaafde kinderen schets ik eerst de geschiedenis van het onderzoek naar hoogbegaafdheid en het ontstaan van het intelligentiequotiënt. Vervolgens bespreek ik het triadisch model van Joseph Renzulli. In dit model worden naast bovengemiddeld vermogen ook taaktoewijding en creativiteit genoemd als noodzakelijke voorwaarden voor het tot uiting komen van hoogbegaafd gedrag. Ten slotte kijk ik naar de de manier waarop het zijnsluik van Tessa Kieboom op dit model voortbouwt.

Lees het volledige essay hier.

Sebastiaan den Uijl

Filosofische Praktijk Horizon

Een mens worden

De Poolse psychiater Kazimierz Dabrowski (1902-1980) heeft in de jaren ’60 van de vorige eeuw een theorie opgesteld over de ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid. In zijn theorie van positieve desintegratie (TPS) stelt hij dat persoonlijke groei niet kan plaatsvinden zonder periodes van psychische onrust, innerlijke conflicten en onvermogen om zich aan te passen aan de sociale omgeving. Volgens Dabrowski zijn deze stormachtige periodes in iemands leven niet pathologisch, maar wijzen ze op de desintegratie van lagere waarden en doelstellingen. Dabrowski noemt dit proces van desintegratie positief vanwege het uiteindelijke doel van persoonlijke ontwikkeling. Dat is namelijk de vorming van een authentieke persoonlijkheid, die leeft overeenkomstig een hiërarchie van autonoom vastgestelde waarden.

In zijn theorie onderzoekt Dabrowski de verschillende stadia van persoonlijke groei. In het kort kunnen we zeggen dat de persoonlijkheid zich via het proces van positieve desintegratie ontwikkelt van een eerste stadium van primaire integratie naar een laatste stadium van secundaire integratie. De primair geïntegreerde persoonlijkheid kenmerkt zich door weinig zelfbewustzijn, gerichtheid op zichzelf (egocentrisme) en impulsief handelen. De persoon conformeert zich aan de waarden die in zijn of haar sociale groep gelden. De secundair geïntegreerde persoonlijkheid kenmerkt zich door het doorleefde bewustzijn van het eigen ideaal, een intens emotioneel leven, het open staan voor nieuwe ervaringen en een hoge mate van zelfinzicht. Persoonlijke groei wordt gekenmerkt door een steeds sterker innerlijk besef van deze ‘lagere’ en ‘hogere’ waarden (multilevelness). Doordat verschillende waarden in het innerlijk van de persoon om de voorrang strijden, ontstaan de psychische onrust en onaangepastheid aan de omgeving, die volgens Dabrowski noodzakelijk zijn voor persoonlijke groei.

Lees het volledige essay over de theorie van Dabrowski hier.

Sebastiaan den Uijl

Filosofische Praktijk Horizon